Toen in 1543 de Nijmegenaar Petrus Canisius in de nog jonge jezuïetenorde werd opgenomen, was dat ‘zoals zou blijken’ voor de Sociëteit van Jezus een belangrijke gebeurtenis. Niet alleen traden na enige tijd meer Nederlanders toe, er kwam ook migratie op gang van jezuïeten uit Duitsland en België. Als strijdbare mannen kwamen zij soms in botsing met de gevestigde geestelijkheid en toen de Opstand (1566) zich uitbreidde, kregen zij de naam Spaansgezind te zijn. Later zouden portestante noordnederlanders een gevoel van huivering nauwelijks kunnen onderdrukken wanneer zij met een jezuïet in contact kwamen. Na 1814 kregen de jezuïeten een onderwijstaak. Zij stichtten in Culemborg een seminarie in 1818 en kort daarna richten zij een gymnasium op in Katwijk, Collegie Sint Willibrord, de voorloper van het Aloysius College.
Collegie St Willibrord wordt Aloysius College
Na een periode van bloei nam de belangstelling voor Collegie St Willibrord in Katwijk allengs af en werd, mede na bemoeienis vanuit Rome, besloten tot verhuizing naar Den Haag. Daar werd op 15 juni 1917 de RK HBS voor jongens opgericht. Artikel 1 van de statuten luidde als volgt: ‘De R.-K. Hoogere Burgerschool te ’s-Gravenhage voorlopig Laan 27, later over te brengen naar het nieuwe gebouw aan de Waalsdorperweg te ’s-Gravenhage, opgericht den 15en Juni 1917 en geopend den 4en September daaraanvolgende met eene eerste klasse, is een inrichting van middelbaar onderwijs, die ten doel heeft de godsdienstige en wetenschappelijk vorming van R.-K. jongelieden uit den beschaafden stand.’
De eerste klas telde 32 leerlingen.. Omdat het aantal leerlingen gestaag groeide werd de school uitgebreid met twee lokalen in de ambachtsschool aan het Westeinde.
Hoewel de openbare aanbesteding voor het nieuwe schoolgebouw, het Aloysius College, al in 1914 had plaatsgevonden, werden de ontwikkelingen gedwarsboomd door de eerste wereldoorlog. Uiteindelijk werd het schoolgebouw, ontworpen door de befaamde Rotterdamse architect P.G. Buskens en met glas-in-lood ramen van kunstenaar Lou Aperslag, op 8 januari 1925 plechtig ingezegend door de pauselijke internuntius, monseigneur Orsenigo, en een dag later, ook plechtig, door de minister van Onderwijs, dr. J. Th. De Visser, een protestant. Bijzonder getroffen was de minister door de gebranschilderde ramen in de aula, waarvan één het wapen van het Huis van Oranje weergaf, inderdaad een mooi gebaar van de Jezuïeten naar het protestante koningshuis.
Kostschoolleerlingen die het Aloysius College bezochten werden vanaf 1928 ondergebracht in een apart gebouw ‘Huize Katwijk’, dat in de oorlog werd gesloten en na de oorlog jarenlang in gebruik is geweest van Europol.
Oprichting van de Stichting Ondersteuning Aloysius College
Om de niet van overheidswege ontvangen middelen van het Aloysius College naar eigen inzichten te kunnen besteden werd in 1989 besloten tot oprichting van de Stichting Ondersteuning Aloysius College. Reeds in 1994 vond een statutenwijziging plaats waarbij de naam van de stichting werd gewijzigd in Stichting Aloysius Steun.
De geldmiddelen van de steunstichting werden gevormd door: 1. ouderbijdragen; 2. schenkingen, erfstellingen en legaten en 3. alle andere verkrijgingen en baten.
Op 29-09-2011 werd de naam van de steunstichting bij notariële acte gewijzigd in de naam Vrienden van Aloysius.
Contactgegevens:
Stichting Vrienden van Aloysius
Ruychrocklaan 151
2597 EM Den Haag
RSIN/fiscaal nummer: 007773481